Slechts twee dagen heb ik om Tokyo te verkennen. Overmorgen fiets ik terug naar mijn startpunt Narita. Vandaag wilde ik enkele musea bezoeken. In principe kan ik met de ligfiets overal naartoe fietsen. Tokyo heeft evenwel dezelfde fietsonvriendelijke attitude als Kyoto. Je mag je fiets alleen op de schaarse officiële fietsenparkings achterlaten. Doe je dit niet, dan riskeer je een boete en een administratieve zoektocht naar je verwijderde fiets. Daarom besloot ik om me met het uitgebreide metronetwerk te verplaatsen. Deze morgen controleerde ik eerst of mijn ligfiets nog op de fietsenparking van het metrostation stond. Vervolgens daalde ik de trappen af en kocht aan de automaat een dagpas voor 900 ¥ (7,15 €). In Tokyo baten twee maatschappijen metrolijnen uit. Tokyo Metro is de grootste met negen lijnen. Maar de vier metrolijnen van Toei liggen strategisch goed gepositioneerd. In het metrostation van Tsukishima vlakbij mijn appartementje kruist een metrolijn van Toei met een lijn van Tokyo Metro. Daarom investeerde ik in de duurdere combi-dagpas van beide maatschappijen. Een dagpas voor alleen de metrolijnen van Tokyo Metro is 300 ¥ (2,39 €) goedkoper. De naamgeving van de metrolijnen en de stations is inventief gestructureerd en ook voor westerlingen glashelder. Elke halte heeft een letter die verwijst naar de metrolijn en een volgnummer. Een kruispunt heeft dus twee codes. Tsukishima heeft bijvoorbeeld de codes Y21 en E16. Zo zie je meteen waar je bent en welke richting je uit moet. Bovendien heeft ook elke uitgang van het metrostation een nummer. Op Google Maps kan je zien waar je precies boven de grond zal komen.
Eerst spoorde ik naar het Toppan Printing Museum. Beroepshalve draagt dit private museum mijn grote interesse weg. Net na de openingstijd was ik de enige bezoeker. In de kelder kocht ik een ticket voor 300 ¥ (2,39 €). De lange inleidende hal hing vol reproducties van kleitabletten over oosterse en westerse handschriften tot gedrukte boeken en prenten. In de vaste opstelling van bijna 20 jaar oud lag een mengeling van facsimiles en authentieke objecten. Er lag zowaar een ‘Cruydt-boeck’ van Dodoens tentoongesteld. Dit was niet het enige object van de Plantijnse drukkerij uit Antwerpen. In een hoek van de kelderzaal stond een replica van een drukpers uit dezelfde drukkerij. Een identieke tweelingzus van deze replica bevindt zich in het Museum Plantin-Moretus in Antwerpen. Ze wordt er nog dagelijks gebruikt voor drukdemonstraties. Daarentegen stond de Toppan replica in een statisch decor dat de Plantijnse drukkerij nabootste. Op een scherm speelden de oude filmpjes over drukken en lettergieten van het Antwerpse museum. Ik had graag een foto willen tonen, maar helaas was fotograferen strikt verboden in heel het Printing Museum.
Om 11 uur ging ik terug ondergronds. Na twee keer overstappen bereikte ik het volgende museum. Het Tokyo National Museum exposeert een groot aantal topstukken van Japanse kunst en toegepaste kunst. De toegangsprijs van 620 ¥ (4,75 €) was een koopje. In Kyoto en andere plaatsen had ik al heel wat topstukken gezien. Niettemin was het Nationaal Museum de moeite waard. Niet alleen de beeldende kunsten kwamen aan bod. De vaste opstelling had ook oog voor zwaarden en porselein.
Na mijn bezoek wandelde ik door het Ueno park terug naar het Ueno station. Tegenover het station slurpte ik snel een kom noedelsoep met tempura-garnalen naar binnen voor 460 ¥ (3,65 €). Vervolgens nam ik de metro naar het Edo-Tokyo Museum. Dit is het stadsmuseum dat de geschiedenis van Tokyo sinds het jaar 1600 vertelt. Edo is de oude naam van Tokyo. Net als het MAS in Antwerpen is het Edo-Tokyo als een landmark gebouwd. Het gebouw lijkt op een gigantische salontafel op vier dikke poten. In een hoogbouwstad als Tokyo valt het als landmark helaas nauwelijks op. Ik kocht beneden een ticket voor 600 ¥ (4,76 €). Vervolgens ging ik met de lange roltrap naar boven. Centraal in de grote hal staat een reproductie van de centrale brug van het oude Edo als blikvanger. Het verhaal van het museum boeide me wel. Maar de interessante gegevens op de vele panelen waren eentalig Japans op de titel en de samenvatting na.
’s Avonds was ik op restaurant uitgenodigd door een Japans echtpaar en hun oudste dochter. Een wederzijdse kennis had ons in contact gebracht. De supervriendelijke Japanners hadden me voor en tijdens mijn fietsreis al bijgestaan met informatie en advies. Tonijn was de leidraad van het menu. Thuis koop ik wel eens een blikje tonijn. Ik was vergeten hoe enorm groot die vissen in werkelijkheid zijn. De ober diende een groot bot van zeker een halve meter lang op. Het donkerrode rauwe vlees plakte nog aan het bot. Met een schelp schraapten we de fijne laag vlees van het bot. De rauwe vis smaakte heerlijk. Nadien diende de ober een even groot bot op. Nu was de dikke laag vlees gegrild. De stukken vis waren boterzacht en smolten bijna op mijn tong. Voordien en tussendoor werden veelzijdige aperitiefhapjes en tussendoortjes geserveerd. Wie toevallig in Tokyo is en het ook eens wil proeven, zie www.jipe.jp. Ik kan het zeker aanraden.
Terwijl we aten en frequent van nieuwe hapjes werden voorzien, praatten we over mijn fietservaringen in Japan. Uiteraard dwaalde het gesprek ook af naar andere onderwerpen. Na de afsluitende thee wandelden we door de nabije Ginza wijk. Deze buurt is vooral bekend als centrum voor de luxemode. Maar we wandelden ook langs het belangrijkste Kabuki-theater van Tokyo. Aan een metrostation gingen we terug elk onze eigen weg, en nam ik afscheid van deze superfijne mensen.
Fietsstatistieken:
0 km
0 u 0 min
0 km/u
Geef een reactie