In afwachting op de nachttrein naar Bangkok bezocht ik overdag de hoogtepunten van Ubon Ratchathani. Eerst sliep ik uit tot 8 uur. Ik ontbeet in de lobby van het hotel met spiegelei en groenten en met toast en confituur. De overnachting was exclusief ontbijt, maar de oploskoffie in zelfbediening was wel inbegrepen. Ubon Ratchathani is een grotere stad dan verwacht. Mijn hotel lag verder van het centrum dan gepland. Daarom nam ik de fiets naar het eerste hoogtepunt.
De tempel van Wat Thung Si Meuang had een oud houten bibliotheekgebouwtje dat in een vijver stond. Hier werden vroeger de beschreven palmbladeren bewaard. Op de palmbladeren schreef men traktaten over het boeddhisme en geschiedenis maar ook over natuurwetenschappelijke kennisdomeinen zoals geneeskundige planten. Tegenwoordig wordt de collectie elders in betere omstandigheden bewaard en onderzocht door wetenschappers. Maar enkele palmbladeren waren als voorbeeld in een lijst tentoongesteld. Ik liet mijn ligfiets achter bij de tempel en wandelde naar het gelijknamige park Thung Si Meuang. Hier stond deze gigantische gouden kaars op een bootje.
Vervolgens wandelde ik een beetje doelloos door het winkelcentrum. Ik kwam onder meer een uniformenwinkel van het Thaise leger en politie tegen. Ze verkochten hier ook alle nodige accessoires zoals de rangtekens en afdelinginsignes. Je kon hier ook medailles kopen. Hiervoor moest je wat dieper in de buidel tasten. Een medaille kostte tussen 1.400 en 1.700 Baht (37,00 en 44,92 EUR). Twee straten verder botste ik op een muziekwinkel waar de voorste rekken gevuld waren met cassettes van Thaise artiesten.
Na de lunch bezocht ik terug enkele tempels. Ik wandelde eerst naar Wat Tai. Naast de obligate boeddhabeelden was het terrein van deze tempel volgepropt met beelden van Thaise goden. Ik vond het wel iets hebben.
Nadien wandelde ik terug naar de tempel waar ik mijn ligfiets had achtergelaten. Vervolgens fietste ik naar twee tempels in het westen van de stad. De tempel Wat Ubon Si Rattanaram zou pronken met een bijzonder jaden boeddhabeeldje. Volgens mij was het zo klein dat ik het niet heb gespot. De tweede tempel Wat Supatanaram had niets bijzonders behalve dat het middenin een middelbare school was gelegen. Dus fietste ik terug naar mijn hotel om mijn bagage op te pikken. Om 16:30u arriveerde ik aan het station.
Ik ging meteen langs bij het bagageloket om een ticket voor mijn ligfiets te kopen. Maar de loketbedienden maakten me duidelijk dat er geen plaats was voor mijn fiets op de “Special Express” van 19:00u. Deze sneltrein had immers geen bagagewagon. Mijn ligfiets stond nochtans ostentatief naast mij toen ik gisteren mijn eigen ticket kocht. Ik had de loketbediende van de afdeling reizigers zelfs nog de weg gevraagd naar het bagageloket voor mijn fiets. Ik liet het rusten en boekte mijn ticket voor 50 Baht (1,32 EUR) om voor de “Rapid” trein van 19:30u. Deze trein had wel een bagagewagon. Vervolgens kocht ik voor 90 Baht (2,38 EUR) een ticket voor mijn fiets. Nadien at ik een bord gebakken noedels in een restaurantje tegenover het station. Toen ik nadien op een stoel op het perron wachtte, kwam de “Special Express” aan. De trein zag er blinkend nieuw uit. Jammer dat er geen bagagewagon aan hing. De “Rapid” vertrok een minuut te vroeg naar Bangkok, of misschien staat mijn klok niet meer juist? De steward begon meteen de zitplaatsen om te bouwen in stapelbedden. Gelukkig was er nauwelijks volk op de trein, zodat ik even verderop kon gaan zitten.
Fietsstatistieken:
12,75 km
0 u 42 min
18,12 km/u
Geef een reactie