Deze nacht is de elektriciteit in heel de stad uitgevallen. Achteraf sprong de elektriciteit in mijn kamer niet automatisch terug aan. Ik merkte het toen ik terloops wakker werd en het nogal warm in mijn kamer vond. Met mijn oorstopjes in hoorde ik niet of de airco al dan niet werkte. De receptioniste legde me deze morgen uit hoe ik terug stroom in mijn kamer kon krijgen door de sleutelkaart enkele minuten uit de powergleuf te halen. Door de langdurige stroomonderbreking is mijn iPad niet opgeladen. Daarenboven hadden de muggen deze nacht vrij spel in mijn kamer, want mijn elektrisch antimuggentabletje had geen stroom. Hopelijk droegen de muggen geen malaria of dengue.
De straat was nat aan de zijkanten toen ik buiten kwam. Vermoedelijk had het deze nacht geregend. Ik ontbeet in een openluchtrestaurantje vlak naast het guest house met drie pannenkoeken met suiker en limoen (lekkere combinatie, zeker ook eens proberen!). Om twintig voor tien vertrok ik met de ligfiets op daguitstap naar Kep-sur-Mer. In de Franse koloniale tijd was dit kuststadje het Knokke van Cambodja. De Rode Khmer deporteerde de bevolking en Kep werd een spookstad met vervallen villa’s. Ondertussen bloeit het kusttoerisme opnieuw als tevoren. Op een vijftal kilometer van Kampot passeerde ik de onderstaande vissershaven aan een smalle rivier.
Onderweg stopte ik na 14 kilometer bij de grot van de Witte Olifant. De grot lag een kilometer van de hoofdweg, en was bereikbaar via een aardeweg. De naam van de grot is afgeleid van een stalactiet in de vorm van een olifant. Persoonlijk zag ik weinig gelijkenis, maar misschien heb ik wel te weinig fantasie.
Volgens de Lonely Planet moest ik na de olifant verder wandelen naar een andere uitgang. Ik heb twee paden geprobeerd, maar ze liepen allebei dood. Misschien had ik toch een lokale gids moeten nemen. Mijn 1-dollarbiljetten zijn momenteel op, dus ik kon geen gids betalen. Het grote grottencomplex van Phnom Chhnork heb ik bewust overgeslagen. Deze grotten zijn uitsluitend bereikbaar via een zandweg van 6 kilometer vol putten. Met een mountainbike had ik er wellicht naartoe gefietst. Ik reis evenwel met een ligfiets, en die voelt zich veel beter in zijn vel op asfaltwegen.
Na de grot van de Witte Olifant fietste ik verder naar Kep. Vanaf de afslag naar het stadje aan een rondpunt met een wit paard versmalde de asfaltweg en daalde de kwaliteit van het wegdek tot onder het minimum. Aan beide zijden was een zandstrook die dubbel zo breed was als het asfalt. Auto’s met nummerplaten van Phnom Penh staken me langs links en rechts voorbij. Vaak fietste ik ook op de zandstrook als het asfalt echt te slecht werd.
Bij aankomst in Kep liep de grote stroom dagjestoeristen vast in een parkeerfile. Even voorbij de file zag ik eindelijk de zee.
Ik lunchte eerst in het centrum, en ging nadien pootjebaden tussen de badgangers. Vermits ik niemand had om op mijn spullen te letten, kon ik niet gaan zwemmen in de drukte.
Toen het zand van mijn voeten was, vervolgde ik de kustweg. Kep ligt op een schiereiland met in het binnenland steile karstbergen. Een kustweg gaat er helemaal rond. De andere kant van de kustweg was in veel betere staat en het was er ook minder druk. Op de terugweg naar Kampot hield ik een tweetal drinkstops. Terug aan het guest house ging ik mijn was ophalen. Helaas zou mijn was pas morgenvroeg klaar zijn. Vermits ik geen verse onderbroek meer heb, is dit enigszins vervelend.
Fietsstatistieken:
58,29 km
2 u 36 min
22,39 km/u
Geef een reactie