De bus dropte me deze nacht om 3:50u op de autostrade vlakbij de afrit Bago. Het was pikkedonker en het centrum van Bago was nog 30 km verder. Ik had geen zin in een nachtelijke fietstocht, dus ben ik maar even verder gereden op zoek naar een rustplaats. Een kilometer verder kwam ik aan een verlicht tankstation. Ik besloot om hier het daglicht af te wachten, en zette me op een betonnen reling. Twee jonge pompbedienden waren ijverig het tankstation aan het vegen. Toen ze begrepen dat ik hier nog een tijdje zou zitten, kwam een attente pompbediende een ligstoel brengen. In de ligstoel kon ik nog wat verder soezen. Natuurlijk werd ik bij het minste geluid wakker. Toen de ochtend naderde, kreeg ik het vanwege de ochtenddauw toch kou met mijn fleece aan. Omstreeks 5:45u begon het licht te worden. Rond kwart na zes vertrok ik nadat ik de pompbediende voor de ligstoel had bedankt met 1.000 Kyat.
Tien kilometer verder in een groot dorp aan een kruispunt ontbeet ik. Het was weer eten wat de pot schafte, dus at ik alweer rijst met kikkererwten en twee omeletten. Vervolgens stapte ik op de fiets voor het laatste stuk. Plots zag ik kleine groepjes westerlingen uit de tegenovergestelde richting fietsen. Met uitzondering van de toeristen die een fiets huurden in Mandalay of Bagan, waren dit de eerste westerlingen die ik op de fiets zag. Ze hadden allemaal dezelfde fietsen en reisden zonder bagage. Hoogstwaarschijnlijk ging het om een georganiseerde fietsreis waarbij de bagage steeds van hotel naar hotel wordt vervoerd.
Na dertig kilometer kwam ik aan in Bago, de grootste en drukste stad sinds ik Mandalay verliet. Ik volgde de hoofdbaan dwars door de stad, en stopte bij het Bago Star Hotel op vier kilometer van het centrum. Hier nam ik voor 35$ per nacht een kamer in een rij bungalows. Het hotel heeft WiFi in de lobby, dus na de verkwikkende douche sloot ik weer aan bij de digitale wereld. Ik maakte meteen van de gelegenheid gebruik om de achterstallige blogberichten van de afgelopen dagen te publiceren. Niettemin voelde ik de vermoeidheid opkomen na ruim 24 uur onderweg geweest te zijn. Ik besloot het vandaag rustig aan te doen. Ik kon het evenwel niet laten om op de middag naar de Kyaik Pun Paya nabij het hotel te wandelen. Ik had de hitte en de afstand toch een beetje onderschat. Na het bezoek lunchte ik in een theehuis vlakbij de paya. U raadt al wat de pot schafte: alweer rijst met kikkererwten en spiegeleieren. Niet dat ik het niet lust, maar ik heb toch graag wat meer variatie. Hopelijk krijg ik vanavond iets anders op mijn bord.
Na de lunch ging ik terug naar het hotel. Tergend traag downloadde ik de krant. Het was de eerste keer in Myanmar dat ik de krant las. Vervolgens nam ik een plons in het ondoorzichtige zwembad van het hotel, dat de Lonely Planet als ‘murky’ omschrijft. De zwempartij friste me goed op. Na het zwemmen was de vermoeidheid duidelijk verminderd. Bijgevolg besloot ik in de late namiddag om met de fiets nog een ander paya te bezoeken aan de andere kant van de stad. De Shwemawdaw Paya is nog hoger dan de al indrukwekkende Shwedagon Paya in Yangon. Toen ik nadien terugkwam bij het hotel, zag ik een koppel westerse toeristen het hotel uitwandelen. Eindelijk niet meer alleen. Ik had immers alweer het vermoeden dat ik de enige gast was, ten onrechte dus.
’s Avonds ben ik gaan eten in het “Ocean Restaurant”. Ondanks de naam stond er helaas geen vis op de menu. Ik bestelde gebakken gehaktballetjes, maar in de plaats kreeg ik varkensstukjes in zoetzure saus, wat natuurlijk ook lekker is. In ieder geval ga ik vanavond vroeg slapen, en morgen een beetje uitslapen.
Fietsstatistieken:
49,79 km
2 u 26 min
20,33 km/u
Geef een reactie